La Paz, Amazone en Potosí - Reisverslag uit Potosí, Bolivia van Lisanne - WaarBenJij.nu La Paz, Amazone en Potosí - Reisverslag uit Potosí, Bolivia van Lisanne - WaarBenJij.nu

La Paz, Amazone en Potosí

Blijf op de hoogte en volg Lisanne

29 November 2016 | Bolivia, Potosí

We brengen 2 dagen door in La Paz. Vanaf het busstation lopen we naar het centrum waar we een hotel zoeken. Hoewel we over La Paz hebben gelezen dat het een schone stad is, is daar nu weinig van terug te zien. Overal stapels vuilnis tussen de grote zondagsmarkt die door de straten loopt. Het lijkt een beetje op toen de vuilnismannen in Amsterdam staakten. De volgende dag wordt ons vermoeden van staking bevestigd door een groep demonstrerende vuilnismannen en vrouwen.
La Paz is een interessante en hele gemixte stad. Bevolking ziet er zeer divers uit en elke straat lijkt een ander “thema” te hebben: kappersstraat, slagersstraat, heksenwinkelstraat (met lama-embryo's), tandartsenstraat, etc. Alle soorten winkels zitten in 1 straat, de logica daarvan ontgaat mij een beetje.
Dag 2 staan wij ’s ochtends bijtijds op om onze trip naar de Amazone te boeken. We regelen bij het hoofdkantoor van Chalalan (een organisatie wat volledig gerund wordt door de locals van de jungle) dat we de dag daarop vliegen naar Rurrenabaque en doorreizen naar de Jungle. Daarna gaan we aan de slag met het oriënteren van de rest van onze reis; nog zo veel te zien in zo weinig tijd!
S middags gaan we verder met het verkennen van La Paz met de te gave kabelbanen (een soort ski-liften) die over de stad gaan. Een zeer snelle manier van openbaarvervoer voor de locals; een ware attractie voor ons. En dat voor maar 40 cent per ritje! Bij de eerste kabelbaan heeft Jelle wat last van hoogtevrees, wat nog versterkt wordt op het moment dat het gaat onweren op de terugweg. Na elke donderslag staan de karretjes even stil en een keer slaat de bliksem 100 meter verderop in. Een hele belevenis! Op een tussenstation moeten we eruit en wordt iedereen in de voorste 2 karretjes geloodst. We zien voor de rest niemand meer in de karretjes naar boven gaan en als we als laatste beneden aankomen wordt de baan volledig stilgezet, met daarachter een hele rij. Blijkbaar was het veilig genoeg om ons nog te vervoeren maar te onveilig om andere mensen te vervoeren?!
Het onweer is opgehouden en de zon brandt weer behoorlijk, mensen lopen in dikke truien terwijl ik het al behoorlijk warm heb in een zomerjurkje. We lopen 1 uur naar de andere 2 kabelbanen over de rest van deze gigantische stad. We zweven over diverse buurten, van zichtbaar arm tot rijk, en komen uit in iets wat weer een hele nieuwe stad lijkt. Wanneer we genoeg hebben van deze droomvlucht en het bijna donker wordt keren we terug naar ons hotel om voor te bereiden op de volgende droomvlucht.

Het vliegtuigje voor 19 personen heeft wat moeite met opstijgen. Op het moment dat hij vaart heeft gemaakt en lijkt te gaan opstijgen bedenkt de piloot zich, laat zijn gas los en rijdt een rondje terug. Daar worden weer wat kabels aangesloten en na 10 minuten doen we (overigens zonder enige berichtgeving) een nieuwe poging die wel lukt. Na 40 minuten komen we aan in het regenwoud, waarbij het duidelijk is waarom het regenwoud heet. Het regenseizoen is sinds een week gestart en het giet gigantisch. Samen met een gezellig Zweeds stel worden we naar het kantoor gebracht waar we wachten tot we mogen gaan. Ze willen wachten tot het droog wordt, wat het nooit meer lijkt te worden… Als het wat minder hard regent glijden we richting boot en starten we onze 6 uur durende boottocht naar onze lodge midden in Madidi National Park. Door een week lang hevige regenval is het woud “schoongespoeld”. De rivier is vol met volledige bomen, boomstammen, takken en modder die allemaal de andere kant op willen dan dat wij dat willen. Sommige boomstammen zijn zo gigantisch groot dat het voorstelbaarder wordt hoe leguanen en schildpadden naar de Galapagos hebben kunnen drijven. Gelukkig zijn de twee bootvaarders goed op elkaar ingespeeld, want in deze wilde rivier is een behoorlijk staaltje stuurmanskunst nodig. Ons wordt verteld dat de rivier normaal rustiger is en enkel zo wild is na de eerste hevige regenval.
We hebben geluk want aan het einde van de bootreis klaart het op en breekt de zon door. Wanneer we bij het bordje Chalalan aankomen en we de boot uitstappen zegt de gids dat we 25 minuten moeten lopen met al onze bagage. Ik dacht in eerste instantie dat hij een grapje maakte, maar het bleek serieus. De weg naar de lodge is een rivier op zichzelf geworden en na 10 minuten proberen drogen voeten te houden geef ik het op. Mijn voeten zijn al kletsnat, dus dan maar gewoon recht door de rivier..
De lodge ligt aan een schitterend meer en is opgebouwd voor 30 gasten. We delen het nu enkel met zijn 4’en en de vriendelijke stafleden. Het terrein zit vol met gieren (wat hebben ze met de vorige gasten gedaan?). We installeren ons in een comfortabel huisje en na een duik in het meer, welke lekker warm aanvoelt, krijgen we een heerlijk avondmaal. Hier horen we dat er wel piranha’s en kaaimannen in het meer zitten, maar die ongevaarlijk zijn. ’s Avonds vallen we met alle regenwoudgeluiden op de achtergrond in slaap.

De volgende dag schuiven we om 7 uur aan een zeer uitgebreid ontbijt met zo ontzettend veel keuze en nieuwe dingen om te proberen. Na het ontbijt trek ik mijn nog vochtige wandelschoenen aan en hebben we een 5 uur durende wandeling door het woud. De storm heeft zijn sporen achtergelaten waardoor het pad een stuk avontuurlijker geworden is. Er zijn plassen (bijna meren) waar soms niet omheen te lopen is. Ook passeren we groepen omgevallen bomen (meestal 1 grote die een heleboel kleinere heeft meegenomen) waar we doorheen moeten klimmen. Veel bruggen zijn weggevaagd, waardoor we balancerend over een boomstam of naar beneden glijdend en door het water moeten. We vinden allemaal verse sporen van jaguars, tapirs, armadillo’s, reeën, opossums en wilde zwijnen. Helaas zijn de dieren zelf een stuk meer verlegen en angstig dan op de Galapagoseilanden, waardoor ze zich niet laten zien. We zien wel een hoop bijzondere vogels, giftige kikkers, insecten, verschillende aapsoorten en diverse planten, bloemen en bomen (met mijn favoriet de “walking tree” die tot een meter per jaar kan lopen). Magnus wordt onderweg geprikt door een “stiermier” wat behoorlijk pijn schijnt te doen. Ik vermoed dat ik onderweg ook iets licht giftigs heb aangeraakt aangezien ik tijd in mijn linkerhand een verdoofd en tintelent gevoel heb en me behoorlijk beroerd ga voelen. Als we terugkomen slaap ik wat in de hangmat en na de lunch en de siësta daarna voel ik me weer een stuk beter. Hierna wandelen we naar het uitkijkpunt aan de andere kant van het meer. Onderweg zie ik nog wat wegschieten en wat in zijn loop als een katachtige klinkt. Ik hou het er op dat het een jaguar of poema is, maar het kon van alles zijn. Vanuit het uitzichtpunt kijken we vanuit de andere kant over het meer. Hier is Petra, onze Zweedse metgezel er van overtuigd een kaaiman te zien naast de steiger van onze lodge. Dit blijkt toch een palmboom te zijn, dus vanaf nu de palmkaaiman. Terug bij de lodge staat onze lieve serveerster ons op te wachten met verse limonade en bananenchips waar wij dankbaar gebruik van maken voordat we weer een duik nemen.
’s Avonds gaan we op kaaimannenjacht met de kano. We vinden één zwarte kaaiman die rustig ligt te wachten op zijn prooi. De rest van de kaaimannen jaagt dieper het woud in, omdat het meer nu in heel stuk doorloopt in het woud.

Voor de volgende dag hebben we unaniem gekozen voor een tocht van 8 uur naar het kleimeer. De gids waarschuwt ons dat het wel kan gaan regenen, maar zowel in Zweden als in Nederland zijn we een hoop regen gewend en laten we ons daar niet door tegenhouden. Helaas droogt niets hier met deze luchtvochtigheid, waardoor mijn schoenen nog kletsnat zijn. Onderweg naar het super de luxe ontbijt komen we een rode ree tegen, die naast de keuken van een struik staat te eten. Op onze 8 uur durende wandeling zien meer van eerdergenoemde sporen, vogels en apen. Bij het kleimeer, wat een beetje klei van 2 bij 2 meter is, zien we een heleboel sporen van dieren maar helaas niet de dieren zelf. Wanneer we vertrekken lopen Jelle en ik onder een plant door waar behoorlijk veel vuurmieren in blijken te zitten. Ineens voelen we op verschillende plekken een soort brandende pijn door de aanval van deze agressieve mieren. Niet zo ernstig als van een “stiermier” maar vervelend genoeg.
Omdat ik toch mijn broek wil wassen neem ik niet eerst de tijd om me om te kleden maar ga zwemmen met broek en al. Al zwemmend bevredig ik eindelijk mijn behoefte om het meer over steken. Aan de overkant pauzeer ik op een drijvende boomstam om even naar de mensen aan de overkant te zwaaien en te genieten van de vogels aan deze kant. Dan nog even slapen voordat we ons avondmaal krijgen. Hierbij kunnen mijn voeten eindelijk na 11 uur lang vochtig geweest te zijn even drogen! Wat een raar gevoel! Hoewel ik eigenlijk niets liever doe dan rondlopen in de hoop om de jaguar of andere bijzondere dieren te spotten, slaap ik veel meer uur dan normaal hier. Mogelijk door de complete ontspanning en rust die dit woud geeft. Na het avondeten hebben we een “nacht” wandeling om de nachtdieren te spotten. Afgezien van een tarantula (met zijn harige poten), wat vuurvliegjes en kikkers zien we weinig. Teleurgesteld dat de armadillo zich niet aan ons heeft laten zien keren we terug..

Voor de volgende dag stelt de gids voor eerst een wandeling van 4 uur te doen i.p.v. 8 uur en ’s middags een rondje over het meer te kanoën. Vanwege de blaren door natte voeten maken we daar dankbaar gebruik van. Tijdens de tocht ontdekt Jelle zijn tweede teek (de eerste had zich nog niet vastgebeten) en vraagt mij om deze te verwijderen. Teken zijn naast kakkerlakken de enige wezens waar ik van walg.. Met een tekentang gaat nog wel, maar met mijn blote handen… Nog voor ik me kan bedenken hoe ik dat voor elkaar ga krijgen staan Petra en Magnus al enthousiast en heldhaftig klaar om met al hun tekenervaring ons te redden. Thank god!! De gids verzekerd ons dat ze daar geen Lyme hebben wat ook weer een opluchting is. Onderweg vang ik nog een waterschildpad die zich schuilhoudt in 1 van de poeltjes. Na de wandeling van 4 uur komen we rond onze logde een gigantische groep met 3 verschillende apen tegen die even een show weggeven.
De kano tocht langs de randen van het meer is zo heerlijk rustgevend. Op een plek als deze is je niet voor te stellen dat er iets als stress bestaat.. Vanuit de kano zijn de meest bijzondere vogels van relatief dichtbij te zien. We zeggen nog even gedag tegen de palmkaaiman en zien weer wat apen in de bomen spelen. Terug op “ons” terrein staat de ree ons weer op te wachten, maar als we dichterbij komen neemt hij toch het hazenpad.
Na weer een heerlijk avondmaal kaarten we nog wat voordat we vroeg naar bed gaan. De volgende ochtend moeten we al om 6.30 vertrekken om op de terugweg nog naar twee nestelplekken van papagaaien te gaan. Bij de eerste vinden we de geel-blauwe ara’s, bij een bananenkwekerij waar slechts 1 man woont, in de middle of nowhere. De rood-groene ara’s en nog een kleinere papagaaisoort vinden we in gaten in een gigantische wal. Schitterend!
De terugweg over de rivier is een stuk rustiger. Aangezien we de afgelopen dagen bijna alleen maar zon hebben gehad is de rivier weer een aantal meter gezakt en smaller geworden. Daarnaast is 90% van de boomstammen verdwenen. Een heerlijk kalm ritje in de zon van 5 uur, die van mij wel een eeuwigheid had mogen duren.

We hadden bedacht dat we nog wel een dagje naar de pampas konden om de roze dolfijn , luiaard en wat anaconda’s te spotten. Echter terug in Rurrenabaque blijken de dagtripjes net zo duur als een 3 daagse. Aangezien we 175 euro p.p. voor een dagje, waarbij ook kans is dat je geen van allen ziet, toch wat aan de prijs vinden besluiten we hier te blijven tot onze vlucht de volgende dag gaat. Het is een erg relaxed plaatsje met totaal ander klimaat en bevolking dan de rest van Bolivia. Het is hier inmiddels 36 graden dus dat de meeste hotels zwembaden hebben (die direct als plaatselijke zwembad gebruikt wordt) is zeker een uitkomst!
Jelle blijkt nog een teek te pakken te hebben en helaas zijn Petra en Magnus al terug naar La Paz gevlogen. Met spijt dat ik de tekentang niet heb meegenomen (ik heb er nog mee in mijn handen gestaan) draai ik hem er uit. Bah!
27 November vliegen we terug naar La Paz en ik ben erg benieuwd wat die plotselinge verandering van hoogte met ons zal doen. De meeste mensen hebben last van hoogteziekte in La Paz en Cusco, maar daar hebben wij behalve wat kortademigheid weinig last gehad (behalve boven de 5000), mogelijk dankzij de langzame overgangen van hoogte. We besluiten direct door te reizen met de nachtbus naar Potosí, een ooit rijke stad met zilvermijnen. We laten ons afzetten bij het busstation en pakken de eerstvolgende nachtbus, deze blijkt enkel zitstoelen te hebben een geen luxe ligstoelen zoals we inmiddels gewend zijn van de nachtbussen. Als we op de bus staan te wachten heeft Jelle het geniale idee om nog even te vragen of er wel een toilet in de bus zit. Niet dus.. Gezien de 11 uur zonder toilet nog maar even snel hier naar het toilet. Tot nu te heb ik me beheerst om niet over de openbare toiletten over de afgelopen 2 maanden te beginnen maar ik moet het toch even kwijt.. Stel je de allersmerigste stationstoilet of dixie die je gezien hebt voor.. Voeg toe: wc’s die half doorgespoeld zijn, met poepspetters en zonder wc-bril. Daarnaast staat een grote (vaak open) prullenbak vol met de gebruikte wc-papiertjes van de hele dag (hier mag je de wc-papiertjes niet in de wc gooien) open en bloot met alles eraan.. Ik weet niet welke ik smeriger vind, de open prullenbak of de dichte met resten waar je moet proberen jou papiertje tussen te proppen.. Ik kan me in ieder geval ineens heel goed invoelen hoe iemand met smetvrees zich voelt op onze toiletten. Helaas ben ik niet zo goed getraind als zij om niets in de gehele toiletomgeving aan te raken.. Ik neem me maar voor dat ik er niet ziek van wordt of dood van ga en hoop op een warme en schone douche in ons volgende verblijf.

Rond kwart voor 6 komen we aan in dit stadje waar de vergane glorie goed zichtbaar is. Hoewel de stad langzaam ontwaakt en er al veel mensen op straat zijn is er nog niets open.. Eerst maar een hotel zoeken om onze tassen te dumpen (de eerste slaan we over vanwege de badkamer die naar ontlasting ruikt, dat kan ik er nu even niet bij hebben!) dan naar het enige ontbijttentje wat voor 8 uur open gaat. Hierna gaan we naar Big Deal, een organisatie van (ex-) mijnwerkers die tours door de mijnen organiseert. We kunnen direct aansluiten bij een zeer multiculturele groep voor de tour. Onze gids is op zijn achtste begonnen met in de mijnen werken, in die tijd was het erg gebruikelijk dat kinderen daar werkten, maar dankzij de toerisme kon hij stoppen. Eerst gaan we langs de markt om “cadeaus” te kopen voor de mijnwerkers. Ons wordt aangeraden; cocabladeren, sigaretten (hij noemt met iets van marihuana maar geen echte marihuana), een soort strohrum, frisdrank of dynamiet. Overal zie je hier mensen lopen met hun wang vol met cocabladeren en het wordt gebruikt om geen honger te hebben en veel langer door te kunnen.. Een paar blaadjes in de thee is relatief onschuldig, maar dit lijkt mij toch wat minder gezond.. Na inkopen van wat frisdrank en toch ook wat cocabladeren trekken we door om onszelf super hippe outfits aan te meten. De vormloze broek, jasje met riem, rubberen laarzen, helm en mondkapje staat iedereen fantastisch! Eerst naar de machines, waarnaast een stel jongens grote brokstukken staan stuk te hakken wat wij ook even mogen proberen en dan naar de echte mijnen.. Indrukwekkend en verschrikkelijk tegelijk! Eindeloos veel gangen waar je soms diep gebukt doorheen moet. Af en toe moeten we aan de kant springen voor de mijnwerkers die met hun kruiwagens voorbij komen rennen. Hoe dieper gebukt we de tunnels doorgaan, hoe vaker ik denk “ik wil hier weg”. Hoe deze mannen het hier volhouden.. Ja dan moet je wel stoned van de cocabladeren zijn.. We horen wat dynamiet knallen in andere gangen en voelen daarbij de wanden trillen. De gids vertelt over de harde hiërarchische wereld in de mijnen en hoe het een kwestie van geluk is of je als miljonair eruit komt, of alleen maar armer wordt. Gemiddeld verdienen ze wel 3x zo veel dan normaal, maar worden ook gemiddeld maar 46 jaar oud. Dat laatste zal een combinatie zijn van de giftige stoffen met hun leefgewoontes.. Bij de “tio” god van de mijnen (van oorsprong de duivel van de katholieken) liggen literflessen strohrum die ze “bij wijze van ritueel” in een keer nuttigen: Op de grote vangst van mineralen.. Er komen nog 2 blije mijnwerkers langs op weg naar hun pauze: ze zijn gestuit op zeer mineraalrijk gesteente. We zijn er over uit, geen van allen willen we ruilen..

Nu op naar Uyuni en dan door naar Chili!

  • 29 November 2016 - 22:50

    Nico:

    wat lief die foto jullie samen in een mijnwerkersoutfit.

  • 06 December 2016 - 20:43

    Sylvia:

    Wat hebben jullie in die dagen enorm veel meegemaakt. Fantastische en soms iets minder mooi momenten. Prachtig het uitzicht vanuit de kabelbanen en slapen met de regenwoudgeluiden.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lisanne

Van 01 oktober 2016 t/m 05 februari zal ik door Zuid Amerika reizen. De eerste 3 maanden samen met vriend (en huidige huisgenoot) Jelle, de laatste maand samen met mijn lieve voormalig huisgenootje/ partner in crime Karen. Met veel te veel spullen in mijn backpack (je weet maar nooit waar je het voor nodig hebt) starten we in Ecuador. Spaans leren in de Amazone en vervolgens op weg naar de Galapagos eilanden! Dan volgen Peru, Bolivia en Chili. De laatste maand zal ik met Karen in Argentinië vertoeven.

Actief sinds 09 Okt. 2016
Verslag gelezen: 404
Totaal aantal bezoekers 103165

Voorgaande reizen:

01 Oktober 2016 - 05 Februari 2017

Zuid Amerika

Landen bezocht: